9 juli 2013

Zonnige week


We mogen ons zowaar in Nederland de laatste dagen gelukkig prijzen met mooie warme dagen. Volop genieten, want wat heb ik hier naar verlangt. En ook mijn eten krijgt direct kleine aanpassingen. De harde kruiden worden voor een groot deel vervangen worden door onder andere munt en basilicum. En ook komen de verse tomaatjes weer op het toneel. En die stelen helemaal de show als ze een friselle als bedje krijgen. Een friselle is een hard dubbelgebakken broodje. Van origine komt het uit Calabria maar wordt nu vooral veel gegeten in Puglia. Het werd ooit gemaakt uit armoede en wel van gerstemeel. Tegenwoordig wordt het van het mooie harde graan gran duro gemaakt met soms nog een beetje gerstemeel erbij. Het wordt gemaakt van een ciambellina, het ronde brood uit de regio. Deze wordt horizontaal doormidden gesneden en weer gebakken. Zodoende is het brood lang houdbaar. Voor gebruik worden de friselle (frisedda, frisa ..) wat zachter gemaakt door ze te dopen in water, het liefst zeewater. Het beleg is meestal met verse tomaatjes maar ook worden ze vaak opgediend met hun eigen komkommersoort genaamd Carosello. 
Mijn, met tomaten belegde, friselle at ik met een salade met verse geitenkaas kaas. Mijn lunch was compleet. In het weekend mag je jezelf nog eens extra verwennen en om dan te lunchen aan het Ij bij restaurant Fifteen is helemaal lekker. Niet alleen de Jamie Oliver-achtige gerechten zijn heerlijk maar ook het fijne personeel maken zo lunch helemaal tot een feestje.


 



Leuk al die lunches maar mijn maag wil ook in de avond graag gevuld worden met lekker eten. Trofie met een munt amandel pesto bijvoorbeeld. Trofie is een pasta specialiteit uit Liguria. Het wordt gemaakt met alleen meel en water en soms een beetje zemelen. Je vindt ze met name tussen de plaatsen Camogli en Bogliasco. En vooral de trofie uit Recco wordt hoog aangeprezen. Het deeg wordt met de hand gerold in kleine kronkelende vormpjes en meestal geserveerd met de echte Ligurische pesto. Een beetje eigenwijs was ik dus wel met mijn pesto.
Als secondi doet kaas het altijd goed, wat dacht je bijvoorbeeld van een mooi stuk ricotta met een olijvensaus. Lekker brood en een salade erbij en ook deze avond kan niet meer stuk. Oké, een wit wijntje erbij is natuurlijk helemaal fijn. 

Of tagliatelle met een saus van rauwe tomaatjes en daarna een mooi stukje vis. Bijvoorbeeld een mooi stuk leng gebakken en daarbij een heerlijk sausje van tuinbonen en munt. Die mooie felle en heldere groene kleur en frisse smaak van dubbelgedopte tuinboontjes maken dit stukje vis nog eens extra mooi en extra lekker. De (witte) Leng is een vis die we veel te weinig eten in Nederland en ook voor velen een onbekende vis. Terwijl je hem juist in bijna elke Noordelijke zee aantreft. Zo tref je de vis aan bijvoorbeeld in de diepe wateren van de noordelijke Atlantische Oceaan van IJsland aan, maar ook in Groenland, Canada en Noorwegen, en in de Noordzee.
Het is een schelvisachtige die weer tot de kabeljauwachtigen hoort. De vis heeft een lang en smal lijf en kan een lengte bereiken van 2 meter. De leng heeft een grijsgroene/ grijsbruine rug met mooie lichte schakeringen en twee vinnen (kleine en grote). Zijn buik is licht van kleur. De vis heeft stevig visvlees en heeft een zeer smaakvolle smaak. Een smaak die je duidelijk doet denken aan kabeljauw. Echter de vis is stukken betaalbaarder en minder overbevist. De beste periode om van deze vis te genieten is in de zomermaanden juli, augustus en september. Daarna wordt hij magerder.
 

Nog zo lekker zomers visje is pijlstaartinktvis. Wat kun je daar toch veel mee doen. Grillen, bakken, stoven. Ik had hem dit maal gebakken op de fry top en verwerkt in een zomerse salade met wat paarse asperges en courgette.

Er is echter een primi wat ik speciaal onder de aandacht wil brengen en dat is risotto con fave en ortiche, risotto met tuinbonen en brandnetel. Ook in Piemonte, eaar dit gerect vandaan komt, groeien brandnetels in overvloed en wij zien deze bladeren vaak als onkruid. Toch kun je de tere kleine blaadjes, die vooral in de lente en begin zomer aanwezig zijn, goed verwerken in de risotto of in een frittata. Doe eventueel wel handschoenen aan want de blaadjes willen nog wel eens prikken. De brandende vloeistof die ze uitscheiden gaat weg zodra je de bladeren kookt.

Het recept voor de risotto is erg simpel. Voor vier personen dop je een kilo tuinbonen. Deze blancheer je en vervolgens haal je ook het grijze velletje eraf (dubbeldoppen). Een bosje brandnetel kook je gaar en na goed uitgelekt te hebben, pureer je deze. Uiteindelijk heb je circa 50 gram nodig. De 300 gram carnaroli rijst bak je kort aan in een pan met wat olie en blus je af met een glaasje witte droge wijn. Eentje die het uiteraard ook goed doet in je glas. Laat de wijn verdampen en je vervolgt met een soeplepel voor soeplepel bouillon. In totaal zal dit zo een liter vocht zijn. Na 10 minuten doe je de tuinboontjes erbij en na weer 10 minuten de brandnetel. Je maakt deze heerlijke primi extra  met een klont boter en een handje parmezaanse kaas.


En vanavond? Een preisoep wordt de primi en mijn secondi worden gegrilde langoustines met wat lekkere zomergroenten erbij. Verse doperwten, tuinboontjes en courgette en uiteraard de munt en basilicum! Mangiare.





4 juli 2013

'T Ailand - het mekka voor visliefhebbers

Wakker worden met het geluid van kwakende eendjes, tjilpende vogels, wat is er fijner. Na een heerlijke nachtrust is de zondag zonnig gestart, hiervan wil je gewoon zoveel mogelijk genieten. Er zit niets anders op dan voor het ontbijt een kleine ronde om de borg te maken. Rustig zie je natuur ontwaken, de lammetjes hebben dorst en de ganzen zijn alweer op zoek naar voedsel. Dit gaat nooit vervelen.
Wat ook niet verveelt is het heerlijke ontbijt wat Hilde Soek verzorgt in de oude bibliotheek. Al de overnachtingsgasten worden op 9.00 uur verwacht in de kamer en daar is een lange tafel rijkelijk gedekt. De heerlijkste kazen, vleeswaren, verschillende vers brood, zelfgemaakte jam, vers geperste jus d’orange, uiteraard koffie en thee, gekookt eitje, fruit en met als hoogtepunt heerlijke dikke geitenyoghurt met in honing gemarineerde aardbeien. Misschien een klein detail maar dit maakt Piloersemaborg wel uniek; op tafel staan verse bloemen en echte kaarsen! Na onze buikjes volgegeten te hebben, gaan we afscheid nemen van Dick en Hilde. Ze hebben er voor gezorgd dat we een weekend hebben beleefd die nooit vergeten zal worden. En nog mooier, die herhaald zal gaan worden, dat is zeker.
Het is nog te vroeg om richting Lauwersoog te rijden, want daar worden we bij ’T Ailand van Jan en Barbara voor de lunch pas rond 13.00 uur verwacht. Daarom maken we eerst een uitstapje naar het gezellige plaatsje Pieterburen. Bekend van de zeehondencrèche maar het biedt ook een schitterende tuin en kerk. Domies Toen is een romantische botanische tuin rondom de Petruskerk met onder andere mooie bloemenweide, buxushaagjes, vijvers en mooie rozenperken.
Naast Domies Toen is een gezellig theehuisje te vinden met een terras aan een oude middeleeuwse waterplaats. Uiteraard de plaats om te genieten van een lekkere thee. Ook kun je er enkele streekproducten kopen waaronder spelt. Sinds 1997 bestaat er namelijk een spelt project in Pieterburen en omstreken wat biologisch oergraan levert genaamd Oberkulmer Rotkorn. De boer, molenaar, bakker, brouwer, distilleerder en zelfs stoffeerder werken samen om mooie producten op de markt te brengen van dit gezonde graan. Wij gingen naar huis met speltkorrels, spelt pannenkoekenmix en 2 soorten pasta van spelt.
Inmiddels wordt het tijd om richting Lauwersoog te rijden. Het is mooi weer dus volop leven in de haven. De boot van en naar Schiermonninkoog heeft het druk en uiteraard 'T Ailand ook. In de haven van Lauwersoog hebben de goedevissers Jan en Barbara Geertsema van de TS31 'Internos' sinds november 2011 een gezellig maar vooral uitstekend informatie en eetcafe. Je kunt hier niet alleen proeven van hun heerlijke zelfgevangen harder maar ook van meerdere Waddengoud gecertificeerde vissen zoals poon en heek. Allen gevangen door eerlijke en duurzame vissers. Zelfs de niet viseters laten ze hier genieten van hun vissen en zeker van de garnalenkroketten! Overigens zijn er ook kaas en vlees gerechten te bestellen.
Na een warm welkom gaan we aan tafel; het feest gaat beginnen. We beginnen met een boerengroentesoep echter niet met vlees maar met vis. En al meteen krijg ik jeugdherinneringen aan de boerengroentesoep van mijn oma, maar dan uiteraard met de balletjes. Vervolgens krijgen we een nieuw gerecht uit de keuken van Barbara, een krabsalade. Niet met de vieze ingeblikte krab, nee verse krab op smaak gebracht met wat knapperige groenten en een yoghurtachtige dressing. Fris, licht en heerlijke op een knapperig toastje. En daar komt alweer het vervolg aan namelijk een grote pan met kokkels. Niets meer, niets minder. Lekker brood erbij en daar gaan onze handen de pan in. Tenslotte met je handen eten is het lekkerste wat je bij deze gerechten kan doen. De pan ging brandschoon weer terug en werd vervangen door een groot bord met heerlijke kort gebakken langoustines. Bij deze lekkernij een heerlijke mix van verschillende sla soorten waaronder lamsoor.




Als je de rit naar Lauwersoog maakt, dan wil je nog veel meer proeven. En dus hadden we ook nog de eerder genoemde garnalenkroketjes, die voordat ze ook maar iets konden afkoelen al weer op waren. We sloten het visfeestje af met een mooie moot heek uit de oven. Wat is het leven toch mooi bij 'T Ailand. Barbara en haar mensen maken het meer dan waard hierheen af te reizen. Mocht je dus op vrijdag, zaterdag of zondag iets leuks, lekkers en leerzaam willen doen..ga naar Lauwersoog. Na een heerlijke Slowfood Presidia koffie is er dan echt een einde aan het bezoek gekomen. Maar niet voordat ik een grote zak met vis, welke Jan voor mij heeft klaarstaan, in mijn auto laad. Poon, leng, langoustines, witjes noem maar op. Ik zit voorlopig goed!
Al vaak genoeg heb ik vol lof, respect een eerbied gesproken over deze twee mensen. Deze mensen verdienen een standbeeld, en niet alleen omdat zij ervoor zorgen dat we op een verantwoorde manier van vis kunnen blijven genieten. Nee, er is zo veel meer. Ervaar het zelf en neem een kijkje op www.ailand.nl en www.goedevissers.nl
Na een paar stevige knuffels is het nu toch echt tijd om weer richting Amsterdam te rijden en heerlijk na te genieten van al het moois de provincie Groningen te bieden heeft. En vanavond..eet ik een heerlijk poontje uit de oven. Ik kan gewoon niet genoeg krijgen aan al het lekkers ons landje te bieden heeft. Tenslotte niet alles wat je van ver haalt, is lekkerder.

3 juli 2013

Dick Soek; de kokende held van Groningen

29 Juni vertrok ik met mijn pandaatje naar Den Ham in Groningen. Zoals reeds eerder geschreven waren mijn ouders in april 40 jaar getrouwd. Als cadeau had ik hen een lang weekend gegeven op het landgoed Piloersemaborg. Het restaurant en overnachtingsadres van Dick en Hilde Soek. Misschien ook een beetje uit eigen belang want ik had mezelf uitgenodigd om op de zaterdagavond aan te schuiven en uiteraard te blijven slapen. Zoals ouders altijd willen, vonden ze het leuk als ik de hele zaterdag er zou zijn, zodoende kwam ik rond 11 uur aan op de schitterdende borg.
Een borg die uit de geschiedenisboekjes lijkt weggelopen te zijn. In de weilanden mooie zwarte Groninger paarden, grazende schapen met hun lammeren, scharrelende ganzen en witte eendjes die kwakend rondzwemmen in de vijvers rond de weilanden. Een oase van rust.







Uiteraard is er ook een mooie moestuin aanwezig. Je ruikt er verschillende muntsoorten, de roodbladerige salie is aanwezig maar ook de groene, meerdere soorten tijm, goudsbloemen, bosbieten, sla en zo kan ik nog uren doorgaan. Voordat je ook maar een stap hebt gezet in de borg, ben je er al verliefd op.
De borg zelf is als een museum. Meerdere gedeelten van de borg zijn in originele staat en je wandelt zo de oude vertrekken, waaronder een schitterende bibliotheek, in. De slaapvertrekken zijn fantastisch, groot, ruim, licht en van alle gemakken voorzien.
Bij het horen van de heerlijke verhalen van mijn ouders over het vrijdagavond diner, kan ik nu al niet wachten wat de avond gaat brengen. Ik droom weg bij gerechten met harder, rabarberijs, rauwe langoustine, mul, varkenswangetjes. En dan ook nog eens allemaal uit deze regio...

Voordat het avond is, gaan we eerst nog op deze zaterdag de omgeving een beetje verkennen. We beginnen met een bezoek te brengen aan de Menkemaborg. De borg is een volledig ingericht huis waar een indrukwekkend beeld wordt gegeven van het leven in de 18de eeuw. De Menkemaborg is in oorsprong een uit de 14de eeuw daterend huis, een zogenaamd 'steenhuis', dat in de loop van de jaren constant vergroot is tot het imposerende pand wat het nu is. Uiteraard spreekt mij de keuken en voorraadkelder zeer aan. Het bewaren van hun voorraad deden ze op een wijze die we nu ook weer zouden moeten introduceren. Weinig energieverbruik maar versheid gegarandeerd.
Om de borg liggen schitterende tuinen, waar ook een fruithof en keukentuin niet ontbreken. Mocht je in de omgeving zijn, breng een bezoekje. Al is het alleen maar om ervoor te zorgen dat dit stukje erfgoed nooit verloren gaat.
 





Na de culturele ochtend werd het tijd om onze maagjes te gaan vullen. Dit deden we bij de Roodehaan, een gezellig biologische eetcafé op een rustige camping gelegen aan het Reitdiep. Maar de Roodehaan is meer, het is een creatief bolwerk. Er worden fantastische live concerten gegeven met artiesten die muziek brengen vanuit heel de wereld. Deze zaterdag zouden de Junge warriors en de African strings acte de présencegeven. Menig artiest die je ziet bij "De Wereld draait door"of "Vrije Geluiden"treed ook hier op.

De middag is alweer rustig naar zijn einde aan het gaan en daarom tijd om nog even een bezoekje te brengen aan 'het einde van de wereld'. Zo wordt  namelijk het haventje van Noordpolderzijl ook wel genoemd. En inderdaad, als je op de dijk staat en kijkt over de kwelders, heb je het idee dat dit het einde van de wereld is. Je ziet alleen maar water, water en nog eens water. Ondanks het zonnetje waait er een gure wind en daarom gaan we snel het café 't Zielhoes naar binnen. In deze voormalige sluiswachterswoning is een nostalgisch bruin café gevestigd. Er gaat zelfs het verhaal dat Bob Dylan tijdens zijn Europese tournees graag over de Groningse dijken fietste en het café als favoriete inspiratieplek zag. Of het waar is, een leuk verhaal is het zeker.

Het werd tijd om richting Piloersemaborg te rijden. Na nog een kleine wandeling om de borg en een persoonlijke opfrisbeurt, gaan wij het grote culinaire avontuur tegemoet. Want het wordt een avond die ik niet snel zal vergeten. Nel Schellekens van de Gulle Waard zag ik als mijn Achterhoekse cheffin/heldin maar Dick is mijn Groningse chef/held. Wat een kok en wat een team heeft hij. Alles beschrijven van wat we kregen, is onmogelijk. Zoveel informatie en zoveel smaken heb ik beleefd en ervaren dat er door het intense genieten me veel ontschoten is. Mijn best ga ik zeker doen maar ga vooral zelf er snel heen en geniet van wat het seizoen je brengt bij Dick en Hilde.

Dick opende het diner met enkele amuses. Zo krijgen we gefrituurde deegballetjes waar een stukje oude kaas in zat. Het droge van het deeg met het vettige van de kaas en de olie is altijd goed en ook hier is het een goed begin.
Vervolgens kregen we het kaasbeginsel....we kregen een bakje waarin wat wei zat met een stukje wrongel van geitenkaas. Wat kruiden en eetbare bloempjes (ik vermoed hondsdraf) maken het gerecht licht, fris en zurig. Het maakt je mond schoon na de vettige start.
Vervolgens kregen we een Groningse Sushi; een rolletje van licht gerookte harder welke gevuld is met mierikswortel. Als dip hebben we het sap van gefermenteerd eekhoortjesbrood, wat zorgt voor de smaak umami (hartig). Het plaatje klopt en de smaak des te meer. De mierikswortel die zorgt dat het vet van de harder in balans is, het zoute, hartige van de paddestoel. Uniek.




















Het lijkt dat de amuses ten einde komen want het brood gaat op tafel komen. Het is een focaccia met de Groningse aardappel er boven op. Echt proeven doe je de aardappel niet en dat is maar goed ook want het volgende gerecht verdient alleen maar elegantie.
We kregen heel kort gegaarde langoustines met een salade van rauwe asperges. Het gerecht wordt extra op smaak gebracht met hazelnootolie en de gedroogde schalen van de langoustines. Deze pantsers heeft Dick gedroogd en tot kruim vermalen. Dat geeft dit gerecht de zoute kick die het nodig heeft. Wederom zijn aan alle smaken voldaan en klopt het gerecht helemaal.
 

















En daar kwam het volgende gerecht alweer aan. We kregen een bord met kleine quenelles van fluweelzachte wortelpuree. Over deze ovale bolletjes werd een zeer hete en krachtige groentebouillon gegoten. De geuren van gember, wortel, oregano, sinaasappel prikkelen je neus. Wat een kracht wat een souplesse. En dan heb ik het alleen nog maar over de geur en het aangezicht. Een hap en alle drie zijn we verkocht.

Na deze warme en krachtige smaken kregen we een stukje op de huid gebakken verse harder. Uiteraard is de harder die Dick serveert de enige echte harder van mijn grote liefde de goedevisser Jan Geertsema (laat Barbara het niet horen). De precies gare harder ligt op een rabarbercompote. Echter een compote die gezoet is met honing en daarom niet mierzoet is maar precies het goede evenwicht bied aan de harder. Het gerecht werd afgemaakt door lamsoor en een kruid waar ik nog nooit van gehoord had en ook nu me de naam compleet is ontschoten. Overigens zou dit ook kunnen komen door de lekkere wijnen die geschonken werden.

Zo kregen we bij de amuses een wijn gemaakt van de witte aalbes. Bij de voorgerechten een heerlijke witte natuurlijke Franse wijn, dus zonder sulfiet en puur gemaakt van wat de druif de maker bied. De namen..vergeten...sorry.
Ook de rode wijn waar we nu naar over gingen kwam uit Frankrijk en was een natuurzuivere wijn. De wijn zelf had, naar mijn smaak, weinig diepgang en misschien juist daarom prima bij ons hoofdgerecht. De wijn zelf zou ik niet zelf snel uitkiezen maar daarentegen de witte wijn wel. En dat als Italiaanse wijnen liefhebster!

Het hoofgerecht bestond uit kalfstong, gegaard 6 uur lang op een zeer lage temperatuur. Daarbij uiteraard een salsa verde, maar ook asperges en wat rucola. Ook lag er een klein stukje aardappel bij met een hoedje van reuzel van het livar varken, wat zo zacht was dat het smolt in je mond. Dat deed uiteraard de kalfstong ook. Kalfstong met salsa verde eet ik graag als ik Italië bezoek en het op de kaart zie staan. Maar deze.. het was of het spreekwoordelijke engeltje op mijn tong plaste. Het is haast vervelend om te schrijven, maar wederom perfect. De tong kwam overigens van het Jersey koe, welke je meer in Groningen tegenkomt.
Maar we waren er nog niet. Het was tijd voor kaas en wel de heerlijke geitenkaas Machedoux van Hanneke Kuppens. Deze romige rauwmelkse witschimmel kaas combineerde heerlijk bij gekonfijte peer, zoete aardappel en de walnoten. Het kunstwerk werd afgemaakt door een mooie quenelle van een kruidenmousse. En ook hier weer...ik was zo onder de indruk van het meesterwerk dat het me ontschoten is welke kruiden gebruikt waren. En zelfs terwijl Dick alles heeft uitgelegd. Hier blijkt maar weer, een goede recensent zal ik nooit worden. Daar en tegen een genieter pur sang, dat ben ik vast en zeker!
Om de gehemelte te verfrissen had Dick nog een kleine verrassing. Een granita van rabarber op een bedje van, met honing, gezoete bietjes. Klein maar o zo fijn.
De grand finale leek in zicht te komen, want daar kwam het bolletje ijs aan. Niet zomaar een bolletje ijs. Nee een zacht yoghurt, ik meen frambozen, ijsbolletje. Daarom heen lagen heerlijke in honing gekonfijte aardbeien en kleine toefjes zoete aardappelmousse. Mensen die mij kennen, weten dat ik geen zoetekauw ben en het dessert dan ook graag vermijd. Maar dit dessert was snel in mijn mond verdwenen. Heerlijk fris, zurig, licht en verfrissend!
Maar Dick laat je niet snel gaan en dus bij een goede espresso kwam nog eens een stuk notentaart. Uiteraard uit eigen keuken en ook hier weer, vers, smaakvol en absoluut onmogelijk om van af te blijven.

Na Dick en zijn team heel hartelijk bedankt te hebben voor dit fantastische diner, begeven wij ons, lichtelijk zwalkend, naar de heerlijke bedden.

Wat deze oud wielrenner bij je teweeg brengt is niet te beschrijven en alleen zelf te ervaren.We mogen zijn toemalige verzorger Ermano di Nobili bedanken dat hij hem geïnteresseerd  heeft gekregen in koken. En hem, Ermano was ook chef kok, het vak tot in de kleinste details heeft bijgebracht. Laten we eerlijk zijn, wielrenners hebben we er genoeg van maar koks met een passie als die van Dick, die zijn er nooit genoeg.

27 juni 2013

Cucina Povera

Op 29 juni staat Amsterdam in het teken van de "Damn Food Waste"lunch. Een lunch met het thema verspilling; het weggooien van goed eten. Gemiddeld gooien wij als consumenten 50 kilogram voedsel weg. Een kwart van het verspilde voedsel zou genoeg zijn om 1 miljoen ondervoede mensen te voorzien van eten. Het zijn aantallen die je doen laten duizelen.
Het deed me meteen denken aan de Cucina Povera, de boerenkeuken ook wel armeluiskeuken genoemd en die al eeuwen in Italië bestaat. Granen, peulvruchten, groenten, kruiden, olijfolie en verder eerlijke dierlijke producten zijn de essentiële ingrediënten. In deze keuken wordt niets weggegooid en probeerd men een gezond maal te creëren met wat er in huis aanwezig is. Maar dit beeld is wel een heel positief gecreëerd beeld.We hebben de zogenaamde boerenkeuken aardig weten te veridealiseren. Historici hebben aangetoond dat de boeren rond de middeleeuwen tot de 18de eeuw verre weg van gezond waren. Er waren veel ziekten mede veroorzaakt door een eenzijdig voedselpatroon en hard en zwaar werk. Het mooie beeld wat wij van Cucina Povera hebben, is de keuken die is ontstaan na de Tweede Wereldoorlog toen het economisch gezien beter met Italië ging. Het platteland kreeg het beter en menig gezin kon voorzien in zijn eigen voedselvoorziening. Het varken werd in zijn geheel gebruikt en de groenten uit het seizoen en meestal ook nog uit eigen tuin werden gebruikt of geconserveerd. Zo had men ook in de koudere periode volop groenten. En juist nu zouden we deze manier van leven ook weer moeten nastreven. En natuurlijk snap ik ook dat we in onze huidige tijd niet allemaal een varken of kippen kunnen houden. Ook een eigen groentetuin is niet voor iedereen weggelegd. Maar we kunnen ons wel bewust zijn van waar we onze producten halen en dat we ook de zogenaamde incourante delen van de dieren gaan gebruiken. En niet alleen van dieren zouden we meer moeten gaan gebruiken, ook van groenten kunnen we vaak veel meer gebruiken dan dat we nu doen. De bladeren van bosbiet zijn heerlijk te roerbakken en de harde stronk van bloemkool is ideaal te gebruiken voor een soep.
Kook met wat je in huis hebt en gebruik alles, wees creatief en ontdek. Voedselverspilling...niet in mijn huis. Zo had ik toevallig gisterenavond ook weer een heerlijke Cucina Povera maal.
Ik had nog een kleine pompoen liggen die echt op moest. Ook had ik wat verse artisjokken geweckt enige weken geleden. En aangezien het zomerweer nog niet echt wil komen kon ik best een stevige primi gebruiken. In het schitterende groenten kookboek van Slow Food vond ik een heerlijk recept uit Sicilië. Maccheroncini con zucca en carciofi. De maccheroncini had ik niet maar ik had wel casarecce, een andere Siciliaanse pasta variant die zeker bij deze saus zou passen.


Ik fruitte ongeveer 80 gram blokjes pompoen met een knoflookteentje goudbruin in olie. Vervolgens fruitte ik in een andere pan een kleine artisjok, gesneden in reepjes, met wat peterselie. Omdat ze van mij geweckt waren hoefde ik ze niet te laten garen wat normaal met wat water zou keten gebeuren. Samen met de pasta kookte ik een heel klein aardappeltje. Toen de pasta en de aardappel gaar waren, pureerde ik de aardappel en goot de pasta af. Vervolgens deed ik de artisjok, pompoen, pasta en gepureerde aardappel in een pan en roerde de pasta goed door met wat achtergehouden kookwater. De aardappel kun je perefect gebruiken als binding voor sauzen of soepen ook hier zorgde hij voor een fluweelzachte smaak. In plaats van de geraspte kaas gebruikte ik wat broodkruimels, de kaas van de armen!
Voor de secondi had ik een frittata met peterselie en als contorni wat pompenpuree en wat courgette. Uiteraard goed brood erbij en ik had een Cucina Povera maaltijd in optima forma. Wie zegt dat lekker eten duur hoeft te zijn.


22 juni 2013

De mattanza

De traditionele Siciliaanse tonijnvangst wordt de Mattanza genoemd. Dit bloederige spektakel stamt uit de tijd dat Sicilië overheerst werd door de Spanjaarden.
Nog steeds trekken in het voorjaar en in de zomer trekken scholen tonijn de westkust van het eiland voorbij. Wat nu vooral een folkloristisch feest is, was de mattanza ooit een belangrijke periode in het leven van de vissersmannen.
In de vroege ochtend werden de boten van de vissersmannen gezegend door de priester en konden de mannen de zee op. Onder begeleiding van oude gezangen zetten ze de rizza, vangnetten, uit. De netten werden zo opgebouwd dat ze uit meerdere vangkamers bestonden, waar tenslotte voor de tonijn geen ontkomen meer mogelijk was. Deze vangkamers werden met behulp van zware stenen op de bodem verankerd. Al dit werk was nog maar het begin en nu begon het wachten....De meest ervaren visser, rais genaamd, gaf het startsein van de werkelijke vangst. Wanneer de eerste scholen in zicht kwamen, voeren de mannen snel uit en begonnen met het sluiten van de eerste netten. De scholen tonijn zwommen steeds verder het net, vangkamer, in en de vissers sloten keurig alle kamers achter hen af. Tenslotte bevond de hele school zich in de camera delle morte, de dodenkamer. En dan begon het bloederige spektakel. De vissers staken met harpoenen in de vissen en trokken de loodzware netten vervolgens naar binnen. Menig visserman heeft zijn leven tijdens dit gevecht verloren. Terug aan de kust werden de vissen snel gewogen en schoongemaakt.
Deze traditionele vangst werd in de loop van de jaren vervangen door de grootschalige vangst met mega schepen. Veiliger voor de vissers was dit zeker maar voor de tonijn....inmiddels weten we wat het resultaat daarvan is. Niet elke vooruitgang is een verbetering!

Zo af en toe gun ik mezelf wel een stukje tonijn, uiteraard alleen de witte Albacore tonijn. Om niet teveel van de smaak te missen, hou ik de bereiding altijd simpel. Zo af en toe wil ik alleen iets meer dan hem simpel grillen of bakken. Met dit gerecht heb ik en iets anders en toch blijft de smaak uitstekend bewaard. De salmoriglio, kruidenmengsel, dien je meestal apart bij je gestoomde of gegrilde visje op. Echter nu bereid je hem mee.

Aangezien ik alleen ben is het recept dus ook voor een persoon. Maar het is makkelijk te verviervoudigen of zelfs te vertienvoudigen. Al zou ik dan toch een goedkoper visje gaan kiezen!

Zet de oven op circa 200 graden en maak eerst de salmoriglio. Hiervoor wrijf je een knoflookteentje fijn in de vijzel. Voeg dan een dessertlepel fijn gehakte munt, een dessertlepel fijngehakte peterselie, een halve eetlepel kappertjes, sap en rasp van een halve citroen en een snufje gedroogde oregano voor de pit toe. Wrijf dit samen met olie tot een vrij dikke saus. Bestrooi de moot tonijn met zout en peper. De kappertjes zijn ondanks het ontzouten nog vrij zout dus hou daar rekening mee. Leg de moot in een ingeoliede braadslee en strijk de salmoriglio erover uit. Bestrooi met een halve eetlepel paneermeel en een halve eetlepel pijnboompitten en zet de moot ongeveer 6 minuutjes in de oven. Mocht je een dunne moot hebben, hou het dan korter. Het ergste wat je kan gebeuren is dat deze heerlijke vis te gaar is. Een beetje rauw mag best van binnen!


Ik doe er altijd een eenvoudige contorni bij. Vanavond heb ik er courgette en aubergine uit de oven bij gedaan.
Als primi had ik fusilli met artisjokken. Geen verse hoor, gewoon een goede kwaliteit uit blik. Ik snijd een groot of twee kleine exemplaren heel fijn. Vervolgens smoor ik een klein beetje knoflook in olie en doe de stukjes artisjok erbij. Iets wijn, verse munt of peterselie en veel peper erbij. Dan de net nog niet al dente gekookte pasta toevoegen en met iets kookvocht erbij smoor ik het een minuutje verder.


Buon appetito.




14 juni 2013

Het laatste avondmaal

Met enige weemoed staan we allen op. De vrijdag is aangebroken en dat houd in dat het onze laatste dag op pad en "genieten"is.
Waar willen we nu nog echt naar toe? We besluiten dat we naar Pienza en Montepulciano willen.

Na een mooie rit door het Val d'Orcia dal komen we aan bij het liefelijke stadje Pienza. Ongetwijfeld bekend om een heleboel historische gebeurtenissen maar bij mij bekend om vooral een ding...de pecorino!De originele pecorino Pienza wordt gemaakt van gepasteuriseerde ooienmelk (schaap). Tijdens het rijpen (40-60 dagen) worden de kazen meerdere malen ingesmeerd met olijfolie en tomatenpasta. Overal waar je loopt ruik je de kaas. In de "hoofdstraat"bevinden zich dan ook vele kaaswinkeltjes waar je heerlijke kazen kunt kopen. Inmiddels zijn er namelijk vele verschillende rijpingen en variëteiten van de pecorino gekomen. Zo heb je pecorino fresco, gran riserva, semistagionato, maar ook al pepe nero, al tartufo en ga zo maar door.

Door al die lekkere geuren hebben we al weer trek gekregen. Omdat we ook nog naar Montepulciano willen, besluiten we daar te gaan eten. Er was daar namelijk een nieuw restaurantje en die moest goed zijn. Adres ingevuld en zo gingen we op pad. Maar na 10 minuutjes rijden, gaan we gewoon het mooie Montepulciano voorbij.  Het restaurant blijkt helemaal niet in het oude centrum te liggen. Niet wetende dat deze stad zo groot is, belanden we na ruim een half uur rijden in Valiano, een buurtgemeente. De tomtom moet het fout hebben, want wie verwacht nu in dit gehucht een restaurant. Maar opeens zie ik een uithangbord tussen wat huizen met de naam Guastini.
Een trap brengt ons na het restaurant waar voor ook nog een mooi buitenterras is gevestigd met een schitterend uitzicht over de vlaktes en het meer van Montepulciano. We worden welkom geheten door de kokkin. Later bleek dat haar man normaal de gastheer is, maar die had even andere bezigheden deze middag. Buiten de kokkin stond er nog een andere dame in de keuken en beiden verwenden ze ons met heerlijkheden.

Wij begonnen met een Antipast misto. Op de borden lagen verschillende salumi (vleeswaren)van het Cinta Senese varken, crostini met kippelevertjes en met tomaatjes en de pecorino di Pienza. Daarbij werd zelfgemaakt brood geserveerd waaronder een heerlijke variant met noten.

Na zo een stevig en groots begin gingen we over naar de secondi. Al stonden er wel heerlijke primi op de kaart en dus reden genoeg om terug te gaan.
Mijn vader koos voor tagliata di Chianina, het meest eenvoudige maar daarom niet minder smaakvolle gerecht.

Mijn moeder koos voor iets heel speciaals, namelijk anguilla fritta, gefrituurde paling. Deze paling komt uit Lago di Trasimeno en is een traditionele vis en zeker een specialiteit. Ondanks de frituur was de vis verre van vet. Echt makkelijk eten doet het met al de graatjes niet maar dat heb je voor deze smaak zeker over.


Ik dacht even spijt te hebben toen ik de paling in eerste instantie zag, maar dat verdween direct toen mijn gerecht op tafel kwam. Ik had gekozen voor zoutevis (baccala) met uien en kappertjes. De uitjes waren zoet zuur en boterzacht. Ze hadden de uitjes namelijk gekookt tezamen met laurier, zwarte peperkorrels en azijn. Af en toe beet je in een zout kappertje wat voor de contrast zorgde. Samen met de krokant gebakken baccala was dit een hemels gerecht. Over mijn gerecht zat ook nog een heerlijke olijfolie van Tiezzi Letizia, wat kan olie toch een verschil maken.


Als toetje kozen we allen voor hetzelfde. Emanuela liet ons namelijk weten dat ze verse ricotta had. Ze serveerde dit met eigen honing en pistacchio di Bronte (de enige echte Siciliaanse pistache noot). Romige, zoetig, fluweelachtig, ik kan alles opnoemen, maar vooral voortreffelijk.

Na de, door de kokkin aangeboden, espresso verlieten we met enige tegenzin dit fijne adres en gingen we op weg naar Montepulcinano.
Het kleine sprookachtige dorpje op de heuvels van Val d'Orcia is vooral bij ons bekend om de vino nobile wijn en die kun je dan ook ruimschoots proeven en kopen. De uitzichten vanaf de stadsmuren op de wijnvelden zijn dan ook adembenedend. Maar in Monetpulciano zit nog iets waar ik vooral erg
graag heen wil, namelijk een winkel genaamd Cugusi.
Al meerdere malen heb ik de heerlijke pecorina di Pienza van producent Cugusi mogen proeven en ook bij de pranzo was deze kaas weer aanwezig. En laat kaas nu wel mogelijk zijn om mee te nemen in het vliegtuig, zeker nu we de volgende dag zouden vertrekken. Met een mooi stukje kaas, geseald en al, verlaten we het dorpje op weg naar Canto del Maggio voor ons laatste avondmaal.

Het meeste van de kaart was bekend maar daarom niet minder erg om nog een keer te eten. Als antipasti kozen we voor de kaasschotel en zo zaten we gedrieen van de mooie kazen vanuit de regio te genieten.
Mijn vader at als primi de pici met porcini en truffel, moeders koos de papardelle met ganzensaus en ik de strangozzi met asperges en spek.



Als secondi hadden mijn ouders een stoofschotel van de mooie grote Chianina en ik had nog eenmaal de tartaar van dit rund. En de contorni ontbrak uiteraard de laatste avond ook niet.
Ook nu smaakte alles weer voortreffelijk en ook bij Simona is de olie subliem. De olijfolie waarmee zij hun creaties in hogere sferen brengen is van Le Fontacce uit Castelfranco di Sopra.


 

Chocoladetaart en het fruit werden als dolci gekozen. Voordat de echte laatste snik zou gaan vallen, spoelden we deze snel weg met de espressi, amaro en grappa.


Bij het afscheid, we zouden Simona en haar vader namelijk niet meer zien, kregen we nog een fles wijn mee genaamd Baccano. Dit is een sangiovese wijn van de bekende uit Siena afkomstige popartieste Gianna Nannini. Thuis maar eens proeven of die net zo krachtig, heftig en rauw is als haar zingen.

De reis was nu echt aan het einde gekomen. Na nog een nachtje slapen en een Italiaans ontbijt zouden we richting het vliegtuig gaan die ons weer naar huis zou brengen.
Ik kan iedereen aanraden om een of meerdere van de restaurants te bezoeken. De een wat luxer als de andere maar allen serveren ze voedsel met eerbied voor de omgeving, dier en producent.
Uiteraard gun ik iedereen deze mogelijkheid tot reizen en culinair genieten, maar nog meer gun ik iedereen de ouders die ik heb. Dankzij hun ben ik een hele mooie ervaring rijker en dan daarbij wetende dat ik nog op "grote"vakantie mag!
Pap en Mam, enorm bedankt en bij 41 jaar huwelijk weer?

13 juni 2013

Fotoloze dag

De zware regenval deed ons wakker worden deze donderdag. Maar klagen deden we niet want ook met regen is het hier heel mooi. We besloten deze dag af te reizen naar Siena. Tenslotte zijn daar genoeg kerken om te schuilen! Maar al dit was niet nodig want vanaf de snelweg zagen we boven Siena een mooie blauwe hemel.

Na de auto geparkeerd te hebben bij het station word je met een busje naar het oude centrum gebracht. Na wat rondgedwaald te hebben, gaan we op zoek naar ons restaurant. Ik ken deze stad redelijk goed maar toch blijft het altijd een gok welk straatje ik ook al weer in moet. Gelukkig snel gevonden en een tafeltje had Grotta di Santa Catherina da Bagoga ook nog voor ons. Bagoga is een knusse grot en het eten is traditioneel. Dus geen mooie opgemaakte borden maar wel heerlijk eten. De kok, een gezellige dikkerd, herkende me zelfs na een dik jaar nog. En dat terwijl er vele eters komen waaronder zeker ook veel toeristen.

Helaas zijn de foto's te donker en kan ik alleen maar vertellen wat voor lekkers we hadden.
Mijn ouders begonnen de pranzo met een primi, ik koos ervoor om meerdere contorni te nemen bij de secondo. Als primi hadden zij spaghetti con pomodori en ribollita. De ribollita is ooit ontstaan door de overgebleven bonen te gebruiken welke op de vleesloze vrijdag gegeten waren. Deze bonen verwarmden de huisvrouwen opnieuw samen met verschillende groenten. Ze serveerden dit in borden waar ze oud brood hadden ingelegd. Met de peperige Toscaanse olijfolie erover was dit een stevige maaltijdsoep. Er is ook nu nog steeds een strijd gaande tussen de inwoners van Florence en Siena wie de originele ribollita maakt en vooral met welke groenten. De cavolo nero (toont gelijkenis met boerenkool) zit er in iedergeval bij beiden in en zo ook in de soep van Grotta di Santa Catherina.

Als secondi kozen mijn ouders beiden de peposa Fornacina, gemaakt van het Chianina rund. De Chianina is een van de oudst gefokte rassen in Italië. Het is een sterk groot ras, zelfs de grootste koe in de wereld. Zijn vacht is wit en zijn elegante hoofd is smal. Want een kop heeft deze mooie werkkoe niet. Van origini werd deze koe namelijk in Valdichiana gefokt voor zijn kracht. Met de komst van de landbouwmachines na de Tweede  Wereldoorlog leek het ras uit te sterven. Maar het ras is gelukkig in eren hersteld en graast nu rustig op de heuvels als semi wilde koe en levert heerlijk vlees voor meerdere Toscaanse gerechten. Waaronder de peposa Fornacina. Hiervoor wordt het bonige been van het rund zeer zacht en lang gestoofd tot het vlees uit elkaar valt.

Ik koos voor pollo alla cacciatora. Dit is een stoofgerecht wat in heel Italië gemaakt wordt met kip, konijn en zelfs soms met lam. Meestal wordt het vlees gestoofd met tomaten, uien en spek. Mijn pollo was gestoofd in witte wijn, de bovenstaande ingrediënten en peterselie. De kip was een Valdarno kip ook wel bekend als Valdarnese/Valdarno Bianca. De witte kip heeft een fel rode hanenkam, kleine borst, stevige poten en zijn klauwen zijn geel van kleur. Ze produceren ivoren witte eieren welke een zeer gele dooier hebben. De Valdarno kip groeit maar langzaam, de haan bereikt een gewicht van circa 2,4 kilo en de hen ongeveer 1,7 kilo. De kip haat het om opgesloten te zitten en leeft van maïs en al het andere wat ze tegenkomen bij het scharrelen in de buitenlucht. Dankzij de Toscaanse traditie dieren te houden voor eigen consumptie, heeft deze kip het overleeft en gelukkig vind je ze nu ook op de locale markten. Het vlees is stevig en sappig en zorgde dat mijn simpele stoofgerecht een overheerlijke smaak had. De verschillende contorni smaakten overigens ook heerlijk; onder andere had ik spinazie, snijbiet en witte bonen.

Toe werd er gekozen voor een panna cotta, fruit, een rijsttaartje en ...espresso. Na het Piazza del Campo bezocht te hebben en nog wat straatjes in en uit gelopen te hebben, besloten we richting Terranuovo Bracciolini te rijden. Want we hadden met mijn lieve vriendin Phyllis afgesproken bij osteria L'Acquolina. Phyllis woont al 50 jaar in Montevarchi en ongeveer twee jaar geleden heb ik kennis met haar gemaakt. Sindsdien gaan er aardig wat e-mails over en weer en zodra ik in de buurt ben wat etentjes. En zo nu ook weer. Het was zo fijn haar weer te zien dat ik vergeten ben foto's te maken van dze sublieme cena. En juist nu ik mijn favoriete Toscaanse gerecht at.

Deze avond begonnen we wederom met de enige, zeer uitgebreide, antipasti die ze hadden. Ook al hadden we deze twee dagen daarvoor ook, toch zaten er kleine wijzigingen in.
Mijn moeder kon nu haar primi eens overslaan want ze had Phyllis aan haar zijde. En dus aten alleen mijn vader en ik een primi. Mijn vader at pappardelle met een witte ragu van varkensvlees en ik koos voor een pasta met een simpele groentensaus en veel kaas.
Ook voor de secondi kozen de twee dames hetzelfde. Het werd gekookte ham geserveerd in dunne plakjes met een saus van ingekookte balsamico. Wat rook dit heerlijk en het smaakte ook fantastisch. Mijn vader koos voor een arrosto, geroosterd varkensvlees. En ik, ja ik, ik had mijn trippa. Dit gerecht hadden ze twee dagen geleden niet vermeld want welke Nederlandse vrouw wil nu trippa. Echter ik hoorde ze het opnoemen bij een andere tafel en dus bij navraag zeiden ze dat ik het de volgende keer zeker zou krijgen. En dat was dus deze avond. Wat is dit orgaanvlees toch lekker en boterzacht.  L'Acquolina gebruikt alleen de maag en stooft dit in een verse tomatensaus. Ik zou dit gerecht elke dag kunnen eten, heerlijk. Contorni waren er uiteraard ook met als hoogtepunt de gefrituurde courgettebloemen.

Inmiddels werd het restaurant al aardig stil en wij wilden nog een dolci. Aangezien Phyllis een bekende is in de omgeving hadden we alle tijd en werd het personeel ook alleen maar nog vrolijker. Ik weet dat ik uiteraard fruit had maar nu zie je wat foto's belangrijk zijn, want wat mijn tafelgenoten hadden is me ontschoten. Of zou het door de heerlijke wijn en grappa komen?

Met Phyllis meteen de afspraak gemaakt dat in in januari of februari een weekje naar haar toe ga. En dan zit een bezoekje aan deze fijne osteria er ook zeker bij aan vast.



12 juni 2013

Inkopen doen

Wat gaat het leven toch snel voorbij en nu ik het schrijf denk ik...je hebt nog drie volle dagen...geniet elk moment dus nog.
Het is inmiddels alweer woensdag en vandaag zijn we voor de lunch uitgenodigd bij Fattoria La Vialla. Al eerder hebben we deze lunches meegemaakt en ze zijn tot nu toe erg gezellig en zeer tijdrovend. Maar de ochtend is nog vrij te besteden en daarom gaan we langs bij Il Mercatale in Montevarchi. Dit is een grote winkel waar locale producten aangeboden worden. Men wil hiermee kennis overbrengen en de consument ook direct toegang bieden tot al het moois de regio per seizoen te bieden heeft. Groot bijkomend voordeel is dat de boer een eerlijke prijs voor zijn harde werken krijgt. Er zijn meerdere van deze Mercatale in Italië en op deze 400 m2 grote overdekte markt worden producten aangeboden van meer dan 70 locale boeren en landbouwbedrijven.
Dit zijn van die momenten dat ik het erg jammer vind dat we met het vliegtuig zijn want dat houdt in dat ik maar zeer weinig kan kopen. En alles is nu net zo verleidelijk, je wordt zo op de proef gesteld. Maar ik heb de proef doorstaan en me goed in kunnen houden.
  
 




Van azienda Agricolo Gorfini uit Anghiari heb ik farro, farina grano en semola grano duro meegenomen. Van het merk La Toscaninia heb ik de pasta Strigoli gekocht. Een spiraalvormige pasta welke lijkt op de meer bekende vorm garganelli. Vervolgens van landbouw coöperatie Paterna uit  Terranuovo Bracciolini  heb ik de overheerlijke Il fagiolo Zolfino aangeschaft. Deze zolfino boon is een boon welke groeit alleen in de Pratomagno, in het dal van de Valdarno. Hij houdt van de droge heuvelachtige grond en kan zeer slecht tegen vochtige grond. Het beste gebied waar de boon gecultiveerd wordt, is dan ook op de flanken van de heuvels dichtbij de olijfbomen. De naam zolfino komt van zijn bleke gele kleur wat een gelijkenis vertoont met zwavel (zolfo in het Italiaans). Het velletje is heel dun, echter zijn textuur is dik en romig en zijn geur is zo intens dat het de ideale boon is voor vele Toscaanse gerechten.
En tenslotte kocht ik nog een boon en wel Fagiolo Rosso di Lucca. Deze rode boon heeft donkere strepen en ziet er een beetje uit als de borlotti boon. Zijn intense geur, zijn smaak en zachte textuur maken deze boon ideaal voor farro - en groentensoep en het bekende gerecht uit Lucca; pasta met bonen. Beiden bonen zijn een Slow Food Presidia boon. In de auto krijg ik uiteraard meteen te horen wie nu werkelijke een "mangiafagioli", "boneneter" is, de Toscaanse inwoner of mijn persoontje. Mangiafagioli is namelijk de bijnaam voor de inwoners van deze regio.


Inmiddels is het al weer 12 uur en wij moeten nog een ritje maken naar Castiglion Fibocchi. Op tijd komen we aan bij de familie Lo Franco en kunnen meteen met het aperitief gaan beginnen.

Het biologisch-dynamische landbouwbedrijf, wat goed aan de weg timmert in Duitsland, Engeland en Nederland, is precies zoals ze zich via de folders en de website presenteren. Dit is al een groot compliment waard en over de producten welke ik bij ze bestel ben ik dan ook zeer tevreden. De boerderij en wijngaarden liggen er ook dit jaar weer mooi bij en het Viallini personeel is wederom verschrikkelijk vriendelijk. Vraag eens een brochure aan en kijk zelf wat ze allemaal in huis hebben. Bestellen kan dan direct ook.  lavialla.it Tenslotte is niet al het "fastfood"slecht.
De lunchgroep bestaat uit zo'n 40 man waarvan 35 Duitsers die blijkbaar deze week vakantie hadden. Na al de kleine versnaperingen bij het aperitief gaan we allen aan grote lange tafels en komen tegenover de twee overige Nederlanders te zitten. Het wordt een gezellige lunch met bruschetta's als antipasta, verse ricotta en ...bonen. Als primi komt er penne op tafel met een tomatensaus met olijven en kappertjes (pizzaioloa) en de secondo bestaat uit lam uit de oven. Uiteraard met een salade daarbij. Rijkelijk vloeien de verschillende wijnen welke ze in hun assortiment hebben. De dessertwijnen worden geserveerd bij de crostata (jamtaart) en hun eigen zoete koekjes (amaretti, brutti ma buoni etc.). En zelfs hier ontbreken de espresso en de grappa niet.
Inmiddels is het ruim over vieren en we gaan afscheid nemen van La Vialla. Het wordt misschien allemaal iets te commercieel maar we hebben genoten van een gezellige middag.

Om toch nog even de benen te strekken, gaan we een kijkje nemen in Arezzo. Daar gaan de winkels weer open na de middagsluiting en is het flaneren inmiddels begonnen van de inwoners.
Na aardig wat heuveltje op en af gelopen te zijn in deze stad gaan we richting huis. Want, geloof het of niet, daar staat ons avondmaal weer te wachten op ons.

Na de zware lunch besluiten we dat we de antipasti delen. We kiezen voor een kaasplateau en een stukje ricotta en kardoon souffle/cake. Wat een kazen biedt deze regio ons: van geiten tot schapen tot koeien en van vers tot stagionato. Het idee om licht te beginnen was dus niet zo slim idee, want het is verre van licht. Daarentegen wel ontzettend lekker.
 





Mijn vader kiest als primi de pici met porcini en de zomertruffel en de vrouwen kiezen voor een fluweelzachte courgette soep. Deze soort soepen worden veel gegeten in Toscana en vooral rond Siena. Het kan gemaakt worden met elke soort groenten. Hiervoor smoor je zacht een uitje en of knoflook, je voegt de groenten toe en wat water of bouillon. Om de soep te binden gebruik je aardappel, bonen of oud brood. Vervolgens pureer je alles en je hebt een heerlijke soep. Bij deze soep gebruikten ze cetica aardappels als bindmiddel. Dit oude ras aardappel wordt geteeld op een hoogte van minimaal 500 en doet het goed in de buurt van kastanjebomen. De schil van de bobbelige cetica aardappel is rood en zijn vlees is wit met een vleugje roze. De croutons van verschillende broodsoorten zorgden voor een mooi contrast.
 






Mijn ouders kozen de al eerder in de week genomen rollade als hoofdgerecht en ik koos voor de rauwe tartaar. Zo gezellig en lekker weer aan het eten kon er zelfs nu ook nog een dolci in. Dit fruitmeisje koos uiteraard voor vers fruit en mijn ouders gingen voor een grand dessert met cake gedrenkt in likeur, ananas, meringue en zabaglione.

En na deze laatste hap was het ook echt genoeg...voor deze dag dan.