3 december 2012

Valse start

Het lijkt wel of ik zenuwachtig ben om te gaan beginnen met het blog. Ik heb de griep sinds afgelopen zaterdag namelijk goed te pakken. Zelfs twee dagen niets gegeten. Ik kan jullie verzekeren dat dit veel zegt, heel veel... Om niet te veel te verzwakken en omdat mijn buikje weer om eten ging roepen, toch maar aan het koken begonnen. Het is allemaal zo simpel en voornamelijk maagvulling dat ik jullie die verhalen liever bespaar. Wel kan ik wat vertellen over een mooi ingrediënt wat ik deze middag heb gegeten. Het kost wel wat voorbereiding, nee, ik bedoel voor uit denken. De bonen, want hierom draait het, moeten een goede nacht weken. Het zijn de "Zolfino" bonen. Bonen / peulvruchten zijn nog altijd zeer geliefd in het bonenminnend Toscana. Deze speciale boon komt van origini uit Amerika. De verhalen gaan dat net na de ontdekking van de nieuwe wereld rond 1492, Charles V de boon introduceerde in Toscana. Hij zou deze gedoneerd hebben aan Paus Clement VII, telg van de Medici familie. Er zijn tegenwoordig vele bekende soorten witte bonen, denk alleen maar aan de "cannellini", toch is de Zolfino bijzonder. En waarom dan? Het heerlijke boontje wordt gezaaid op de 100ste dag van een jaar, zo rond April, hij is klein, bolvormig, gelig van kleur en heeft een delicaat zacht huidje. Het best groeien ze rond Arezzo, langs het dal van de Arno en bij Pratomagno op een hoogte tussen de 250 en 600 meter. Ze kunnen alleen op variërende hoogte groeien want ze willen hun voetjes (wortels) absoluut niet in het water hebben staan. Door de vele klimatische eisen die ze hebben, zijn ze bijna verdwenen van de markt. Gelukkig is er een Zolfino Bonen Associatie die i.s.m. Slow Food ze beschermt en al de culinaire voordelen promoot. Zo kunnen de bonen lang koken en blijven compact, ze smelten dan zowat als boter in je mond. Ze zijn gekookt met wat verse salie heerlijk als bijgerecht bij een Florentijnse steak maar ook echt voortreffelijk en absoluut mijn favoriet op een geroosterde boterham. Mijn lunch weten jullie dus nu, een heerlijk stuk brood met de Zolfino en uiteraard wat mooie peperige olijfolie. Hoe kon ik twee dagen volhouden zonder eten, ongelooflijk.

'S avonds echt niets bijzonders, simpel pasta met salie botersausje en wat kaas, vervolgens pompoen uit de oven met een frittata (soort omelet) met rode ui.
Er zit wel een bijzonder klein onmisbaar ingrediënt in, en wel de knoflook. In dit geval echter de Nubia rode knoflook. Niet dat de knoflook rood is, maar hij heeft een soort heldere rode blos. Nubia is een plaats vlakbij Trapani op Sicilië. De knoflook wordt gecultiveerd rond Paceco, Trapani, Marsala en Salemi, maar van de ca. 3000 hectare wordt tegenwoordig slechts 250 hectare gebruikt. De donkere klei bodem is perfect voor biodiversiteit en de knoflook wisselt dan ook jaarlijks met meloenen, tuinbonen en durum tarwe. Zo blijft de bodem sterk! De knoflook wordt gepland rond December en geoogst rond Juni. Alles nog volgens traditionele methode. Zo wordt er geplukt in de avond of nacht. De bladeren beschermen de knoflook namelijk gedurende de dag en laat zich dan ook niet onbeschadigd plukken. De intense smaak van de Nubia rode knoflook is uniek en onmisbaar voor een paar speciale gerechten van Trapani. De bekendste is wel pesto alla Trapanese. Siciliaanse (Noto) amandelen worden hier gemengd met knoflook, rauwe tomaat, basilicum en heerlijke geurige olijfolie. Laat de zomer maar snel weer komen.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten