6 mei 2015

Zondag 3 mei

In de verte zie ik een paar donkere wolken dichterbij komen. Gelukkig heb ik nog van een zonnige ochtend kunnen genieten en lust nu wel iets warms en stevigs maar toch iets licht. Zo wisselvallig als het weer is, dat is op dit moment ook mijn gedachten over wat klaar te gaan maken. Ik besluit dat het een risotto gaat worden. Risotto met verse cherrytomaatjes en peterselie en met daarover heen een saus van kaas. Ik heb namelijk nog een heerlijk stukje caciotta liggen. Deze semi-harde gerijpte kaas wordt in dit geval gemaakt met melk van capra Girgentana. Een bijzondere geit uit de omgeving van Agrigento in Sicilië. Zo bijzonder dat het zich een Slow Food presidia mag noemen. De melk levert hele smakelijke kazen op waaronder dus mijn caciotta.
Na een lente uitjes gesmoord te hebben in olie, doe ik de carnaroli rijst erbij. Deze blus ik af met iets witte wijn en een goede scheut kippenbouillon. Deze heb ik altijd vers in mijn diepvries en komt in dit soort gevallen erg goed van pas voor net dat beetje extra diepgang. Na de rijst goed omgeroerd te hebben doe ik een handje klein gesneden tomaatjes erbij en wat verse peterselie. Bij de helft heb ik er het sap en pitjes uit gehaald zodat het niet te wrang gaat worden. Rustig vervolg ik de risotto procedure en  doe er steeds een soeplepel bouillon bij. Onderwijl rasp ik een stukje kaas van rond de 30 gram. Het grootste deel doe ik in een pannetje met een scheut volle melk en verwarm dit zachtjes. De risotto is inmiddels klaar en krijgt nog het beetje overgebleven kaas en een goede draai van de lepel. Vervolgens gaat het op mijn bord en overgiet ik het geheel met de dikke kaassaus.
Zoals je ziet heb ik de rijstkorrel erg droog en intact gehouden. Juist om de kaassaus er goed door te kunnen roeren en elke smaak apart te proeven. Of ik dit weer zou maken, ja en nee. Deze kaas vind ik  te uitgesproken bij de rijst en de tomaatjes. Ik zou toch gaan voor een lichtere pecorino kaas. Overigens hadden de tomaatjes ook nog wat zoeter mogen zijn. Ik moet echt nog even geduld hebben voordat ik de echte zomerse smaken kan proeven.

Maar toch bij de cena ga ik de winter wel echt gedag zeggen. Nog één groene pompoen heb ik in mijn kelder liggen. Het seizoen is namelijk nu echt over wat de Kabocha, de Japanse groene pompoen betreft. Als je nu pompoen wilt eten, zul je het met de butternut moeten doen.
Omdat ik vandaag iets teveel van mezelf heb gevraagd, heb ik geen zin om lang achter het fornuis te staan. Ik besluit om het grote groene gevaarte in stukken te snijden en bij zo'n 200 graden gaar te laten worden in de oven. Eenmaal gaar haal ik het vruchtvlees uit de schil en doe een gedeelte in een steelpan. De rest doe ik een doosje en gaat de koelkast in om in de aankomende week verorberd te worden. In het steelpan doe ik wat groentebouillon en pureer het geheel met de staafmixer tot een dikke crème soep. Wat verse peterselie en een scheut olie maken het geheel af. En o ja, het brood ontbreekt zeker niet. Brood ontbreekt overigens zelden bij mij op tafel. Want wat is er niet fijner dan de laatste restjes eten van je bord af te vegen. En bij deze vellutata is dat zeker geen overbodige luxe.
Terwijl de pompoen in de oven lag, heb ik een courgette in stukken gesneden en naast de pompoen in de oven gezet. De contorno is dus al gereed. Nu alleen het stukje "eiwit" nog. En een eiwit gaat het letterlijk worden namelijk een frittata. Hiervoor snijd ik een lente uitje klein en bak die ik een beetje olie aan in mijn blinispannetje. Onderhand kluts ik twee smakelijke "chicks on the move" eieren van de boerderij GAOS met een scheutje melk en breng ze op smaak met wat munt en uiteraard peper en zout. Dit alles gaat in het pannetje en na een enkele draai met de lepel bakt dit rustig verder. Na ongeveer 5 minuten is mijn frittata klaar. Zoals je leest draai ik het ei niet om. Ik laat het rustig bakken en als het ei zowat helemaal gestold is, zet ik het pannetje twee minuten in de oven. Tenslotte heeft die nog genoeg restwarmte en gaart het ei rustig verder zonder een aangebakken onderkant. Zo simpel is koken. Wie zegt nu nog geen puf te hebben om een lekker maaltje op tafel te zetten?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten